Volume 2017 : 1
Tussenpersonen bij consumentenkoop. Vertrouwen op de schijn van professionele hoedanigheid bij C2C-transacties
HJEU (3de k.), 21 april 2016
Arrest Radlinger – Cumulatie van schadevergoedingsbedingen in een consumenten(krediet)overeenkomst en bevestiging van het doeltreffendheidsbeginsel
HJEU (5de k.), 26 oktober 2016
Arrest Canal Digital : naar een bescherming van de real life-consument bij oneerlijke handelspraktijken ?
Cass. (1re ch.), 12 octobre 2016
La portée géographique du « vol intracommunautaire » au sens du règlement (CE) n° 261/2004
Mons (16e ch.), 28 janvier 2016
Het aanvangspunt van de vijfjarige verjaringstermijn van artikel 2277 BW en de invloed hierop van de verzending van de factuur voor de aan de schuldenaar geleverde goederen
Commissie voor onrechtmatige bedingen – advies inzake schadebedingen en minnelijke invordering (COB 39)
Studiedag: Reisrecht anno 2017
Tussenpersonen bij consumentenkoop. Vertrouwen op de schijn van professionele hoedanigheid bij C2C-transacties
HJEU (3de k.), 21 april 2016
Arrest Radlinger – Cumulatie van schadevergoedingsbedingen in een consumenten(krediet)overeenkomst en bevestiging van het doeltreffendheidsbeginsel
HJEU (5de k.), 26 oktober 2016
Arrest Canal Digital : naar een bescherming van de real life-consument bij oneerlijke handelspraktijken ?
Cass. (1re ch.), 12 octobre 2016
La portée géographique du « vol intracommunautaire » au sens du règlement (CE) n° 261/2004
Mons (16e ch.), 28 janvier 2016
Het aanvangspunt van de vijfjarige verjaringstermijn van artikel 2277 BW en de invloed hierop van de verzending van de factuur voor de aan de schuldenaar geleverde goederen
Commissie voor onrechtmatige bedingen – advies inzake schadebedingen en minnelijke invordering (COB 39)
Studiedag: Reisrecht anno 2017
Year
2017
Volume
2017
Number
1
Page
51
Language
Dutch
Court
Hof van Justitie - Cour de Justice, 26/10/2016
Reference
P. VERBIEST, “HJEU (5de k.), 26 oktober 2016”, DCCR 2017, nr. 1, 51-53
Recapitulation
In het geannoteerde arrest spreekt het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uit over de notie "gemiddelde consument" in het kader van misleidende handelspraktijken en misleidende omissie en over de mate waarin de vermelding van de volledige prijs hierbij een rol speelt. Het Hof oordeelt dat reclame waarbij de prijs voor een product in meerdere componenten wordt opgesplitst en één component daarbij op de voorgrond wordt geplaatst, een gemiddelde consument kan misleiden. Ten tweede stelt het Hof dat er sprake is van misleidende omissie, wanneer bepaalde componenten van de prijs worden weggelaten of worden weergegeven op een minder in het oog springende wijze en dit een gemiddelde consument kan misleiden. Bij deze beoordeling moet de rechter rekening houden met de beperkingen van het communicatiemedium en de maatregelen die de handelaar heeft genomen om de informatie langs andere wegen ter beschikking te stellen. Ten slotte bevestigt het Hof dat een uitnodiging tot aankoop die alle essentiële informatie bevat uit de lijst van artikel 7, lid 4, van richtlijn 2005/29/EG van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt [...], alsnog een misleidende handelspraktijk of misleidende omissie kan uitmaken.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!